-
9.19 Ken jij mijn vriend Mart?
-
9.18 Mijn collega is ziek …
-
9.16 Mijn collega is ziek …
-
9.13 Zeg je het mij morgen? 2ROEPEN1
-
9.12 Hij rijdt ernaartoe, 2x
-
9.11 Hij bedankt mij, 2x
-
9.9 Hij kijkt naar mij, 4x
-
9.8 Bedriegen – Hij heeft hem bedrogen
-
9.7 Mijn oom kwam op bezoek
-
9.5 Kom je bij me op bezoek?